Inhoud


Toelichting

Enkel in de bibliografische beschrijvingen van oude drukken (tot en met 1840) worden de personen en corporaties die betrokken waren bij de productie en de distributie van deze publicaties onder full authority control geregistreerd in de tag 710. Het creëren en onderhouden van deze specifieke authority records is dan ook onlosmakelijk verbonden met de catalografie van oude drukken en dus een opdracht voor slechts een beperkt aantal catalografen, nl. zij die betrokken zijn bij de ontsluiting van (collecties van) oude drukken.

Omdat deze gegevens in het bib record steeds in een tag 710 worden ingevoerd, moeten de authority records ook van het type corporatie (110/410/510) zijn, ook wanneer het over individuele personen gaat (zoals meestal het geval is). Om binnen deze grote groep corporaties toch een onderscheid te maken is het noodzakelijk om deze authority records te labellen met de broader term ‘printer old books’. De exacte invoer gebeurt als volgt: 510 1_ $$a Printer old books. Wanneer je een nieuw authority record in deze categorie moet maken, gebruik je bij voorkeur via Expand from template de specifieke template Printer old books. Deze template bevat immers de noodzakelijke tag 510 en andere subvelden die deel uitmaken van deze authority records.


Basisregels voor het invoeren van de hoofdvorm

Een authority record heeft zoveel mogelijk betrekking op één identificeerbare historische persoon: de invididuele drukker/boekverkoper/uitgever. Het gebeurt regelmatig dat in een impressum en/of colofon meerdere betrokkenen bij het productie- en distributieproces worden genoemd (bv. een drukker en een boekverkoper). In dergelijke gevallen proberen we een onderscheid tussen de verschillende personen te maken. Indien nog niet aangemaakt, krijgen alle personen een eigen authority record en worden ze ook elk in een afzonderlijk 710 2_-veld ingevoerd. Een aantal voorbeelden:

  • excudebat Ioannes Grapheus sumptibus Ioannis Steelsii: twee personen (Johannes Grapheus en Johannes Steelsius) met elk een eigen rol (drukker versus financier/uitgever).

  • by Joseph van Praet en zoon: twee personen die m.b.v. secundaire bronnen geidentificeerd kunnen worden als Joseph Ignace van Praet (vader) en Augustin van Praet (zoon).

  • printed for Longman, Hurst, Rees, Orme, and Brown: corporatie van Britse drukkers die actief waren in de eerste helft van de 19de eeuw. We maken 5 authority records aan en verduidelijken de samenwerking evt. in tag 678 van de authority records.

In sommige gevallen is deze opsplitsing echter zeer moeilijk of zelfs onmogelijk. Een beperkt aantal oude drukken werd gepubliceerd met slechts de vermelding van de naam van de compagnie en niet van de individuele leden (bv. A Paris, par la compagnie des libraires, 1767). Hetzelfde geldt voor drukkerijen/uitgeverijen die niet de naam van een individu hebben maar een echte ‘bedrijfsnaam’ (bv. Stamperia Camerale, Typographia Academica Lovaniensis). In dergelijke gevallen wordt de compagnie beschouwd als één actor en krijgt deze eveneens een afzonderlijk authority record. Als voorbeeld:

  • Romæ ex typographia Rev. Cameræ Apostolicæ: drukkerij van de Apostolische Kamer in Rome

Hieronder volgen een aantal basisregels om de juiste hoofdvorm te kiezen:

  • We nemen steeds de meest volledige gekende vorm op als hoofdvorm. Gebruik hiervoor hulpmiddelen zoals de CERL Thesaurus, bibliografische databanken zoals STCV en STCN of catalogi zoals Bnf. Voor drukkers uit de Zuidelijke Nederlanden wordt bijvoorbeeld best dezelfde vorm gekozen als in STCV, voor drukkers uit de Noordelijke Nederlanden is STCN de norm.

  • De hoofdvorm wordt indien mogelijk volgens een vaste structuur genoteerd: Familienaam, Voornaam/Voornamen. Tussen de verschillende delen van de naam wordt een spatie geplaatst. Tussen initialen wordt echter geen spatie geplaatst.

  • Bij voorkeur wordt voor de voornamen de taal gebruikt waarin ook de achternaam is gesteld. Bij twijfel kan een variant met de voornaam in een andere taal (vaak volkstaal vs. Latijn) als verwijzingsterm in tag 410 worden opgenomen.

  • Zorg ervoor dat je bij overname uit een impressum de correcte grondvorm (nominatief) van de naam gebruikt. Bij verbogen talen worden namen immers ook aangepast naargelang de naamval.

    • apud Aegidium Denique ➤ Denique, Aegidius

    • ex officina rutgeri rescij ➤ Rescius, Rutgerus

  • Andere vormen van de naam en andere namen voor dezelfde persoon worden zoveel mogelijk als verwijzingstermen (seen from) opgenomen om de opzoekbaarheid te maximaliseren (cf. infra)

  • Bij drukkersgeslachten gebeurt het vaak dat opeenvolgende drukkers dezelfde naam en voornaam hebben en daarom onderscheiden dienen te worden door een rangnummer. Dit getal wordt in Romeinse cijfers weergegeven na de voornaam (en dus niet in een subveld $$b).

    • Verdussen, Hieronymus V

  • Authority records van de erfgenamen van een drukker krijgen een hoofdvorm waarbij deze relatie in het Engels en tussen ronde haken na de naam van de drukker wordt aangegeven (indien niet individueel te identificeren).

    • Basse, Nikolaus (heirs)

    • Riegel, Christoph (widow and heirs)

  • Authority records van drukkersweduwen krijgen een hoofdvorm met de eigen naam van de weduwe indien deze geïdentificeerd kan worden. De naam van de echtgenoot-drukker met toevoeging van (widow) wordt als verwijzingsterm opgenomen. Indien de eigen naam van de weduwe niet gekend is, wordt dit vanzelfsprekend de hoofdvorm.

    • 110 2_ $$a Baseggio, Gaetana $$c Bassano $$d active approximately 1820-1861 met 410 2_ $$a Remondini, Francesco (widow) $$c Bassano $$d active approximately 1820-1860

  • Bij samenwerkingen waarbij niet elke partner individueel te identificeren is, worden de niet te identificeren partners benoemd zoals ze in het impressum vermeld worden.

    • printed for Thomas Wilson & son ➤ Wilson, Thomas and son

    • Te koop by M. Wyt en zoonen ➤ Wijt, M. and sons

    • imprimé par les frères Lebigre ➤ Lebigre (brothers)

  • Indien in het impressum enkel een plaats van uitgave genoemd wordt, krijgt het authority record een hoofdvorm waarbij s.n. (sine nomine) wordt opgenomen in subveld $$a, gevolgd door de naam van de plaats van uitgave in subveld $$c. Er wordt geen periode van activiteit aan gekoppeld.

    • 110 2_ $$a s.n. $$c Köln


Verwijzingstermen - Seen from (410)

De keuze voor een hoofdvorm is niet altijd even eenvoudig wanneer een drukker bijvoorbeeld onder twee of meer naamsvarianten bekend stond. Met het oog op maximale opzoekbaarheid in Alma én Limo worden daarom ook authority records van drukkers verrijkt met zoveel mogelijk nuttige verwijzingstermen. Hieronder volgen de belangrijkste voorbeelden:

  • Variante naamsvormen: drukkers, boekverkopers of uitgevers die afhankelijk van de taal een naamsvariant in het Latijn of in een of meerdere volkstalen gebruiken. Variante vormen worden ingevoerd volgens de basisregelgeving, dus: Achternaam, Voornaam.

    • 110 2_ $$a Denique, Aegidius

      410 2_ $$a Denique, Gilles


    • 110 2_ $$a ab Egmondt, Balthasar

      410 2_ $$a d'Egmont, Balthasar


  • Citaten uit impressa: letterlijke overnames van de vermeldingen van drukkers/boekverkopers/uitgevers in de impressa van de beschreven edities. Vooral interessant voor drukkers of drukkersfirma’s die onder verschillende namen bekend stonden.

    • 110 2_ $$a Stamperia Camerale

      410 2_ $$a Typographia Reverendae Camerae Apostolicae
      410 2_ $$a Ex typographia Reverendae Camerae Apostolicae
      410 2_ $$a Imprimerie de la chambre apostolique
      410 2_ $$a typis Vaticanis


  • Voormalige tags 110: wanneer we een bestaand authority wijzigen (omwille van bv. nieuwe informatie m.b.t. de periode van activiteit) wordt de vorige tag 110 gekopieerd naar een tag 410. Hierdoor wordt dit een verwijzingsterm en blijven de bibliografische records met deze vorige vorm gekoppeld aan de nieuwe vorm.


Plaats(en) van activiteit

In authority records voor drukkers, boekverkopers en uitgevers wordt de plaats(en) van activiteit weergeven in tag 110 subveld $$c. Hieronder volgen enkele basisregels:

  • Een authority record heeft steeds betrekking op 1 unieke persoon-plaatscombinatie. Eén drukker/boekverkoper/uitgever kan dus meerdere authority records hebben, nl. wanneer hij of zij opeenvolgend of gelijktijdig in twee of meer steden actief was.

    • Dirk Martens was achtereenvolgens actief in Aalst, Antwerpen, opnieuw Aalst, opnieuw Antwerpen en tenslotte in Leuven. Hij krijgt dus drie authority records.

  • De plaatsnaam wordt steeds opgenomen in de taal van het land waar de plaats gelegen is. Indien er in dat land meerdere officiële talen zijn, dan wordt de plaatsnaam opgenomen in de taal van de regio waar de plaats gelegen is.

    • 110 2_ $$a Basa, Bernardo $$c Roma $$d active 1584-1599

    • 110 2_ $$a Černochová, Kateřina $$c Praha $$d active 1680-1686

  • Voor bepaalde landen en regio’s (bv. Zwitserland) is het niet altijd duidelijk in welke taal de plaatsnaam moet worden opgenomen. Er wordt daar in elk geval in de eerste plaats zoveel mogelijk consequentie betracht. Is er voor een bepaalde plaats al een keuze gemaakt dan wordt deze keuze gehandhaafd.

    • Brussel wordt opgenomen in het Nederlands (zonder politieke connotatie)

    • Basel eerder dan Bâle

  • Ook voor drukkers met een als dusdanig herkende fictieve of mystificerende plaatsnaam (zie infra) wordt een apart authority record aangemaakt. Dit wordt dan verduidelijkt door een toevoeging aan de plaatsnaam in $$c: achter de fictieve of mystificerende plaatsnaam wordt dan de aanduiding (fictitious place) resp. (mystification) toegevoegd.

    • 110 2_ $$a Vrijheid, Jan $$c Eleutheropolis (fictitious place) $$d 1793 $$g fictitious printer

    • 110 2_ $$a van Dender, Herman $$c Schaarbeek (mystification) $$d active 1681-1709


Periode van activiteit

De periode van activiteit van een drukker/boekverkoper/uitgever wordt in tag 110 2_ subveld $$d weergegeven. Ook hier is het sterk aanbevolen om waar mogelijk info over te nemen van een gezaghebbende bron (CERL-thesaurus, bibliografische databanken (STCV, STCN, VD-serie, …), catalogi zoals BnF).

Aangezien het authority record niet alleen betrekking heeft op een bepaalde drukker maar ook op de plaats waar hij actief is, moet de periode van activiteit van de drukker op die bewuste plaats weergegeven worden. Drukkers die meerdere authority records hebben omdat ze op meerdere plaatsen actief waren, krijgen in elk van die authority records in subveld $$d dus de periode waarin ze in die bepaalde plaats actief waren. Een overlap tussen beide authority records is vanzelfsprekend mogelijk, bv. voor een boekverkoper die op hetzelfde moment zijn boeken op verschillende plaatsen aanbiedt.

  • Petrus Joannes II Vereecken was van 1781 tot 1784 actief in Oostende en van 1787 tot 1803 in Oudenaarde. Er worden dus 2 authority records aangemaakt:

    • 110 2_ $$a Vereecken, Petrus Joannes II $$c Oostende $$d active 1781-1784

      110 2_ $$a Vereecken, Petrus Joannes II $$c Oudenaarde $$d active 1787-1803


De specifieke regelgeving voor de notatie van de periode van activiteit van een drukker loopt grotendeels gelijk met de algemene regels voor notatie van data in authority records. Hieronder zijn enkele zaken uitgelicht:

Gekende data
Notatieregel
Voorbeeld
Zekere periode van activiteit
active YYYY-YYYY
active 1586-1605
Zekere datum van activiteit
active YYYY
active 1788
Zekere begindatum van activiteit
active YYYY-
active 1743-
Zekere einddatum van activiteit
active -YYYY
active -1626
Waarschijnlijke en benaderende data
Notatieregel
Voorbeeld
Benaderende datum van activiteit
active approximately YYYY
active approximately 1631
Benaderende periode van activiteit
active approximately YYYY-approximately YYYY
active approximately 1631-approximately 1678
Activiteit start zeker na een bepaald jaar (bv. verhuis)
active after YYYY
active after 1696
Activiteit stopt zeker voor een bepaald jaar (bv. overlijden)
active not after YYYY
active not after 1805
Twijfelachtige/mogelijke datum van activiteit
active YYYY?
active 1750?
Twijfelachtige/mogelijke periode van activiteit
active YYYY?-YYYY?
active 1505?-1513?

Bovenstaande regels kunnen uiteraard gecombineerd worden. Een aantal scenario’s:

  • Voor de Parijse drukker Léger Delas bestaat een CERL-record met link naar het BnF authority record dat stelt dat Delas actief was van 1586 tot 1605. Ons exemplaar dateert van 1587. Het gaat hier dus om een periode met zekere begin- en einddatum, dus:

    • 110 2_ $$a Delas, Léger $$c Paris $$d active 1586-1605

  • Drukker Jan van Meurs was voornamelijk in Antwerpen actief, maar ons exemplaar gaat om een Brusselse editie uit 1631. Zowel CERL als STCV geven 1631 aan als enige datum van activiteit in Brussel, dus:

    • 110 2_ $$a van Meurs, Jan $$c Brussel $$d active 1631

  • Voor de Spaanse drukker Juan Cabeças kan wegens gebrek aan bronnen geen periode van activiteit worden opgegeven. We kunnen slechts uitgaan van het exemplaar uit de eigen collectie, dat van 1678 dateert. We zijn dus op basis van deze editie zeker dat Cabeças in 1678 actief was. In tag 678 geven we aan dat de datering werd bepaald door het exemplaar uit de eigen collectie: ‘Period of activity unknown; date(s) derived from KU Leuven holding(s)’.

    • 110 2_ $$a Cabeças, Juan $$c Sevilla $$d active 1678

    Indien we wat later een editie van Cabeças van 1682 aantreffen, passen we de datum aan naar $$d active 1678?-1682?. 1678 fungeert hier immers als twijfelachtige/mogelijke begindatum van activiteit, en 1682 als twijfelachtige/mogelijke einddatum van activiteit.

  • Het CERL-record voor de Italiaanse drukker Giovanni Casoni geeft een benaderende periode van activiteit aan: ca. 1659-ca. 1671. Ons exemplaar dateert echter van 1651. Omdat ons exemplaar de periode aangegeven door CERL overschrijdt, en we zeker zijn dat het om dezelfde persoon gaat (zelfde drukkersmerk), nemen we 1651 als vermoedelijke begindatum, en 1671 als benaderende einddatum.

    • 110 2_ $$a Casoni, Giovanni $$c Roma $$d active 1651?-approximately 1671

  • Volgens CERL publiceerde Pierre Trichard voor het eerst in 1633, en overleed hij vóór 1694. 1694 fungeert hier dus als terminus ante quem:

    • 110 2_ $$a Trichard, Pierre $$c Paris $$d active 1633-not after 1693

  • In CERL of BnF is geen concrete periode van activiteit te vinden voor Nicolas Sanson d'Abbéville. In Alma vinden we het jaar 1627 als eerste gedateerde editie. CERL geeft wel 1667 op als sterfdatum. 1627 is een mogelijk beginpunt van de activiteit en we zijn zeker dat die periode van activiteit stopte in 1667. Enkel wanneer we een eerdere editie (bv. 1610) aantreffen of we in een bron ontdekken dat hij bv. in 1635 zijn drukkerij aan zijn zoon overdroeg moet de aanduiding worden bijgestuurd.

    • 110 2_ $$a Nicolas I $$c Paris $$d active 1627?-not after 1667


Fictieve en mystificerende drukkersnamen

Soms treft men op oude drukken impressa aan die bewust geconstrueerd zijn om de werkelijke plaats van uitgave en de ware identiteit van de drukker/uitgever te verbergen. Een voorbeeld:

  • Tot Schaerbeek, by Uyl Asinus, gesworen Marottiquen drukker

Dit impressum bevat beide manieren om de waarheid te maskeren:

  • Fictie: een niet-bestaande plaatsnaam of persoonsnaam, vaak geladen met betekenis, waarachter de echte plaats van druk en de eigenlijke drukker/uitgever schuilgaat. In het voorbeeld is ‘Uyl Asinus’ vanzelfsprekend een fictieve naam met bijklank. Ook fictieve plaatsnamen komen voor, bv. ‘Eleutheropolis’ (vrijheidsstad), ‘Clad-dorp’, ‘Uranopolis’ etc.

  • Mystificatie: gebruik maken van een bestaande naam van een plaats of een drukker die echter niet overeenkomt met de plaats of drukker van het werk. In het voorbeeld is ‘Schaerbeek’ vanzelfsprekend een bestaande plaatsnaam maar maskeert deze de werkelijke plaats van druk. Ook mystificatie van een drukkersnaam komt voor. In zo’n geval gebruikt een drukker X de naam van drukker Y in het impressum.

Fictieve drukkersnamen

In sommige gevallen zijn fictieve drukkersnamen of plaatsen eenvoudig herkenbaar omdat ze zeer duidelijk afwijken van een ‘normale’ naam. In andere gevallen is het echter veel moeilijker om te achterhalen of een bepaalde naam al dan niet verzonnen is. Dat maakt dat er twee mogelijkheden zijn:

  • Geïdentificeerde fictieve drukkers: in een aantal gevallen is het mogelijk om de fictieve drukkersnaam toe te wijzen aan een werkelijk bestaande drukker/uitgever, meestal op basis van referentiewerken [of via vergelijking van typografisch materiaal wat echter buiten de opdrachten van de catalograaf valt]. In dat geval wordt er geen bijkomende authority record aangemaakt maar wordt de fictieve drukkersnaam als verwijzingsterm toegevoegd aan het authority record van de bestaande drukker/uitgever.

    • Francofurti, typis Frederici Arnaud, 1687: in STCN en CERL wordt deze fictieve drukkersnaam geïdentificeerd met de Rotterdamse drukker Reinier Leers. Frederic Arnaud wordt dus een verwijzingsterm in het authority record van Leers.

    Opgepast: in de bibliografische beschrijving wordt wel een noot aangebracht die de identificatie duidelijk maakt: ‘Frederic Arnaud is a fictitious name. Identified as Reinier Leers in CERL.

    Het gebeurt soms dat referentiewerken en databanken de identificatie onder voorbehoud geven omdat er geen volledige zekerheid is. Indien er slechts één mogelijke naam wordt opgegeven, dan wordt toch de bovenstaande regel gevolgd. Een noot maakt de twijfel duidelijk. Bestaat er bij de identificatie echter twijfel tussen twee of meer drukkers dan wordt de fictieve drukkersnaam als ongeïdentificeerd beschouwd en geldt onderstaande regel.

  • Niet-geïdentificeerde fictieve drukkers: voor fictieve drukkersnamen waarvan we niet weten wie erachter schuilgaat of waarvoor meerdere mogelijkheden worden opgegeven in referentiewerken, wordt wel een afzonderlijk authority record aangemaakt. Deze volgt volledig het verdere regelwerk met dit verschil dat de hoofdvorm (veld 110) een bijkomend subveld $$g krijgt met de vermelding ‘fictitious printer’. Een fictief voorbeeld:

    • 110 2_ $$a Inktvreeter, Paulus $$c Antwerpen $$d active 1658 $$g fictitious printer

Mystificerende drukkersnamen/-plaatsen

Veel zeldzamer dan fictieve drukkersnamen zijn de mystificerende drukkersnamen waarbij een drukker X in het impressum de naam van een andere drukker Y vermeldt. Het spreekt voor zich dat het identificeren van dergelijke mystificaties nog moeilijker is dan het identificeren van fictieve drukkersnamen. Veelal kan dit enkel gebeuren wanneer referentiewerken de mystificatie aanduiden.

  • Herkende mystificaties (persoon): als duidelijk is dat een bepaald impressum een mystificatie is en dat de aangegeven naam dus niet overeenkomt met de werkelijke drukker/uitgever dan wordt een authority record aangemaakt/geselecteerd van de geïdentificeerde werkelijke drukker. De mystificatie wordt toegevoegd als verwijzingterm, en een noot in de bibliografische beschrijving maakt de identificatie duidelijk: ‘X is a mystification. X identified as Y’.

  • Niet-herkende mystificaties (persoon): indien een mystificatie niet herkend werd/wordt, dan spreekt het voor zich dat het impressum behandeld wordt als een gewoon impressum en er dus een afzonderlijk authority record wordt gemaakt.

  • Herkende fictieve/mystificerende plaatsen: hierboven werd reeds aangegeven dat we steeds uitgaan van een unieke persoon-plaatscombinatie. Het is daarbij van geen belang of de plaats die opgegeven wordt overeenkomt met de werkelijke plaats van druk of uitgave of, in het andere geval, het gaat om een fictieve of mystificerende plaatsnaam. Indien de werkelijke plaats van uitgave gekend is brengt men een noot aan in het bibliografisch record: ‘Printed in X (bron)’. De werkelijke plaats van uitgave wordt ook opgenomen in tag 008. Een tekenend voorbeeld:

    • Van Metelen was een Amsterdamse drukker die zijn katholieke werken onder het mystificerende adres Antwerpen uitgaf. Er worden dus 2 authority records aangemaakt: een voor Amsterdam (met 110 $$c Amsterdam) én een voor Antwerpen (met 110 $$c Antwerpen (mystification).

  • Indien er enkel een fictieve of mystificerende plaatsnaam in het impressum opgegeven wordt, dan maken we een authority record aan met die plaatsnaam als hoofdvorm, en de toevoeging "(mystification/fictitious place)". Als we uit externe bronnen de werkelijke uitgever of plaats van uitgave kennen, dan nemen we deze ook op in een extra tag 710.  In dit geval maken dus een apart authority record aan voor de mystificerende/fictieve vorm, en voegen we deze vorm niet toe als verwijzingsvorm (410) van de werkelijke uitgever/plaats van uitgave. In het bibliografisch record verduidelijken we de situatie in tag 500.
    • Voorbeeld: 110 2_ s.n. $$c London (mystification)



Auteursfuncties

In het bibliografisch record wordt in tag 710 subveld $$e (relator code) de auteursfunctie aangegeven. In het geval van drukkers, boekverkopers en uitgevers zijn er 3 mogelijkheden waaruit de catalograaf kan kiezen:

Code (functie)
Wanneer gebruiken?
Formulering in impressum
bookseller (boekverkoper)
Standaard: bij specifieke aanduiding of wanneer meer specifieke aanduiding voor printer of publisher ontbreekt
By ... / Chez ... / Te koop by ... / Venduntur ... / ... boekverkooper / ... libraire / etc.
printer (boekdrukker)
Bij specifieke formulering in impressum of indien publicatie drukkersmerk bevat
Gedruckt door ... / chez ... imprimeur / typis ... / ex typographia ... / excudebat ... / etc.
publisher (uitgever)
Enkel bij specifieke formulering in impressum
Sumptibus ... / expensis ... / printed for ... / etc.

Deze woordenlijst van frequent gebruikte Latijnse uitdrukkingen in impressa is een handig hulpmiddel.

De boekverkoper is de meest voorkomende functie en wordt standaard gebruikt wanneer er in het impressum of colofon geen verdere aanduidingen zijn die toelaten om de genoemde persoon als drukker of uitgever te identificeren. Ook wanneer er twijfels zijn of enkel sprake is van een plaats van activiteit wordt  '$$e bookseller' gebruikt.

  • Tot Middelburgh by Wilhelmus Goeree ➤ 710 $$a Goeree, Wilhelmus I $$e bookseller

De functie van boekdrukker daarentegen wordt enkel gebruikt wanneer er sprake is van een drukkersmerk, of wanneer de formulering van het impressum of colofon duidelijk toont dat de persoon de drukker is van het werk.

  • A Bruxelles chez George Fricx, imprimeur de sa Majeste ➤ 710 $$a Fricx, Georges I $$e printer

De uitgever of financier is eerder uitzonderlijk (er zijn wel belangrijke regionale verschillen) en komt vaak voor in combinatie met een boekdrukker of -verkoper.

  • Coloniae Agrippinae excudebat Stephanus Hemmerden, sumptibus Bernardi Gualtheri ➤ 710 $$a Hemmerden, Stephan $$e printer + 710 $$a Wolter, Bernhard $$e publisher

Het subveld $$e is herhaalbaar. Als eenzelfde persoon zowel fungeerde als bv. uitgever en drukker kunnen beide rollen worden ingevoerd in 1 tag 710.

Enkele voorbeelden:

  • Imprimé par Iean Roussin pour Iacques Delorge, imprimeur et libraire ➤ 710 $$a Roussin, Jean $$e printer + 710 $$a Delorge, Jacques $$e publisher $$e bookseller

  • By Gualtherus Manilius, drucker ende boekvercooper ➤ 710 $$a Manilius, Gualtherus $$e printer $$e bookseller

Colofon

Laatst gewijzigd op12.10.2022