Version française

Inhoud

Inleiding

Om de invoer van sleutelwaarden in bib records te vereenvoudigen en consistenter te maken wordt gewerkt met een getrapt systeem: de catalograaf voert twee hoofdsleutels in voor het document- en materiaaltype waarna bij het opslaan van het record een automatisch proces de sleutelwaarden invoert en/of aanpast. Op basis van die sleutelwaarden wordt het record in Primo VE dan bij een bepaald resource type ingedeeld. Meer uitleg vind je op de pagina: Eenvoudigere invoer van sleutelwaarden.

Het is vooral de sleutel in het subveld 902 $$r die bepalend is voor de indeling van Alma records in Primo VE resource types. De sleutel in 902 $$m waarin we het materiaaltype vastleggen, werkt vooral in op een aantal sleutelwaarden die ervoor zorgen dat in Alma duidelijk is om wat voor document het gaat: de automatische ingrepen op basis van de hoofdsleutel in 902 $$m zorgen voor het toevoegen/wijzigen van de RDA-velden 336-338 en andere sleutelwaarden die worden weergegeven in de zoekresultatenlijsten in Alma. Ook de waarde in 902 $$m an sich is een aanduiding die catalografen in rekening moeten nemen wanneer ze moeten beslissen of ze een bestaand bib record kunnen gebruiken of niet: als in een bestaand record de sleutel 902 $$m PHYSICAL staat dan mag dit record bv. niet gebruikt worden om portfolios of representations aan te koppelen.

Lijst van materiaaltypes

Hieronder worden de materiaaltypes die je zal terugvinden in de keuzelijst bij 902 $$m op een rijtje gezet. Bij elk van de materiaaltypes wordt kort toegelicht waar ze voor staan en wanneer ze wel en niet gebruikt worden.

DISC

  • Dit materiaaltype wordt gebruikt in beschrijvingen van documenten die op een optische schijf zijn opgeslagen (CD of DVD).
  • Dit materiaaltype kan enkel gebruikt worden in combinatie met de documenttypes MUSIC RECORDING, TEXT RECORDING en FILM

ELECTRONIC_DIGITAL

  • Dit materiaaltype wordt gebruikt in beschrijvingen van digitale en elektronische documenten. Onder digitale bestanden (Alma-D) verstaan we alle computerbestanden die worden opgeslagen in de Alma Cloud Repository of in een eigen digitale repository (Teneo). In Alma worden aan bib records representations gekoppeld voor deze bestanden. Elektronische documenten (Alma-E) zijn documenten op platformen van derden waar onze bibliotheekgebruikers toegang toe hebben. Deze toegangen worden in Alma aan bib records gekoppeld als portfolios.
  • Dit materiaaltype kan gebruikt worden in combinatie met bijna alle documenttypes. Uitzonderingen zijn een drietal documenttypes die sowieso (deels) fysiek zijn: OBJECT, KIT, SCHOOLBOOK KIT

MICROFORM

  • Dit materiaaltype wordt gebruikt bij beschrijvingen van documenten die op een microdrager (microfilmrol of -fiche) zijn opgeslagen. Dergelijke materialen worden natuurlijk eerder zeldzaam in hedendaagse bibliotheekcollecties.
  • Ook dit materiaaltype kan gecombineerd worden met heel wat documenttypes: uitzonderingen zijn documenttypes die per definitie niet op microvormen bewaard kunnen worden: WEBSITE, DATABASE, TEXT RECORDING, MUSIC RECORDING, OBJECT, KIT en SCHOOLBOOK KIT
  • Opgelet: bij gebruik van dit materiaaltype moet je de waarde in RDA-veld 338 $$a vervolledigen. Het is niet mogelijk om automatisch een onderscheid te maken tussen microfiche en microroll

MIX

  • Dit materiaaltype wordt enkel gebruikt bij beschrijvingen van documenten die een samenstelling zijn van verschillende materialen. Het gaat dan om KIT en SCHOOLBOOK KIT.
  • Opgelet: bij gebruik van dit materiaaltype moet je de RDA-velden 337 en 338 manueel toevoegen.

PHYSICAL

  • Dit materiaaltype wordt gebruikt bij beschrijvingen van fysieke documenten van allerlei aard: boeken, tijdschriften, manuscripten, iconografisch materiaal, ... Het gaat om alle documenten die in fysieke vorm in de bibliotheek bewaard worden, uitgezonderd natuurlijk de documenten op schijf of microvorm waarvoor een meer specifiek materiaaltype bestaat. Ook documenttypes die per definitie electronisch zijn (WEBSITE, DATABASE) kunnen niet met dit materiaaltype gecombineerd worden
  • Het automatische proces is zo ingesteld dat op basis van de combinatie van documenttype en materiaaltype de RDA-velden worden ingevuld met standaardwaarden. Enkele voorbeelden:

    • 902 $$r BOOK $$m PHYSICAL geeft 337 $$a unmediated + 338 $$a volume
    • 902 $$r GRAPHIC $$m PHYSICAL geeft 337 $$a unmediated + 338 $$a sheet
    Bestaande waarden worden echter niet overschreven. Bij afwijkingen van de standaardwaarden kan je dus manueel een andere waarde toevoegen. Voorbeeld: wanneer je een album met grafiek hebt, voer je 338 $$a volume in. Dit wordt bij opslaan niet meer vervangen door 338 $$a sheet.

Colofon

Laatst gewijzigd op 4.02.2022