Inhoud


Vooraf: de inhoud van deze pagina is in ontwikkeling. We werken eraan om deze nog verder te verfijnen en te verduidelijken. Opmerkingen en vragen hierover zijn meer dan welkom. Stuur ze naar helpdesk@libisnet.be.

Inleiding

Om aan de gebruikers duidelijk te maken welke delen van een bepaald tijdschrift wel en niet beschikbaar zijn in de collectie, is het noodzakelijk dat we in de holdings deze gegevens opnemen. Zoals steeds bij holdinggegevens, valt het uitwerken van deze tag volledig onder de verantwoordelijkheid van de bezittende bibliotheek. De diepte en het detail van de gegevens die in deze tag worden ingevoerd, kunnen dus verschillen tussen de LIBISnet-partners. Het is wel aangeraden om dit steeds zo precies mogelijk te doen, zeker wanneer fysieke tijdschriften op lange termijn bewaard zullen worden. Exacte gegevens over de coverage laten immers toe dat gebruikers een duidelijk zicht krijgen op het bezit. Dit voorkomt ontgoocheling en frustratie wanneer een bepaalde gezochte jaargang of nummer dan toch niet beschikbaar blijkt te zijn.

Onderaan deze pagina vind je documentatie die door LIBISnet-partners werd opgesteld om deze gegevens op een consequente manier in hun catalogus te registreren. 

De bouwstenen van een coverage-aanduiding

De bezitsnotatie is afhankelijk van de beschikbare gegevens rond nummering (Enumeration) en tijdsaanduiding (Chronology) die te vinden zijn op het fysieke item. In theorie zijn er meerdere niveaus van nummering en tijdsaanduiding mogelijk maar in de praktijk is dit vaak beperkt tot twee of drie niveaus:

  • Enumeration 1 (E1): aanduiding van het hoogste niveau van nummering. Gebruikelijke benamingen voor dit niveau zijn: volume, jaargang, Band, tome, année, ....
  • Chronology 1 (C1): aanduiding van het hoogste niveau van tijdsaanduiding. Dit hoogste niveau is in de praktijk altijd het publicatiejaar (uitgedrukt in kalenderjaar, school- of academisch jaar, kerkelijk jaar, ...)
  • Enumeration 2 en/of Chronology2 (E2, C2):  aanduiding van het tweede niveau van nummering en/of tijdsaanduiding. Gebruikelijke benamingen voor dit niveau van nummering zijn: aflevering, nummer, issue, fascicule, Heft, ... Bij tijdsaanduidingen gaat het dan meestal om maanden of seizoenen. Op dit niveau zijn er twee soorten nummering mogelijk:
    • Herhalende nummering (repeating): per jaargang wordt de nummering van de individuele aflevering 'herstart' bij 1 of de eerste tijdsaanduiding (maand of seizoen).
    • Doorlopende nummering (continuous): de nummering van de individuele afleveringen loopt door door over de verschillende jaargangen heen.
    • Uitzonderlijk kan een tijdschrift een herhalende en doorlopende nummering combineren. Zo kan nummer 1 uit jaargang 16 van 2018 het 151e nummer dragen sinds de oprichting van de titel.
De uitgever van een tijdschrift beschikt over een hele rist aan mogelijkheden en combinaties om de plaats van een tijdschriftnummer binnen het geheel van de titel aan te geven. Voorbeelden van zulke combinaties en de geprefereerde notering hiervoor door de catalograaf vindt men in de tabel onderaan terug. De volgorde waarin de verschillende niveaus door de catalograaf worden geplaatst is wel steeds dezelfde: E1 > C1 > E2/C2.

Elk leesteken zijn betekenis

In de aanduiding van de coverage worden de verschillende niveaus van nummering en/of tijdsaanduiding gecombineerd. Door een aantal leestekens op een consequente manier te gebruiken, wordt het mogelijk om die combinaties telkens op dezelfde manier op te bouwen en dus eenduidig interpreteerbaar te maken.

1. De crosshatch, dubbelcross of hekje [ # ]

Dit teken wordt al een hele tijd niet meer gebruikt. We verwijderen het ook zoveel mogelijk uit oude holdings.

2. Ronde haken [ ( ) ]

Ronde haken gebruiken we voor de notatie van het publicatiejaar (C1), uitgezonderd wanneer E1 én E2/C2 niet worden genoteerd. Er worden geen spaties gezet.

  • 3(1995)5
  • 3(1995/96)
  • (1995)5
  • 1995

3. De kommapunt [ ; ]

Wordt gebruikt voor het opsommen van niet aansluitende volumes of jaargangen (E1/C1). Na de kommapunt volgt steeds een spatie

  • 3(1995); 5(1997); 9(2001) = jaargangen 3 én 5 én 9
  • 1957/58; 1959/60; 1974/75 = jaargangen 1957/58 én 1959/60 én 1974/75

4. De komma [ , ]

De komma wordt gebruikt voor het opsommen van niet aansluitende afleveringen (E2/C2). Er worden geen spaties voor, noch na de komma gebruikt.

  • 2(2004)3,5,9 = de afleveringen 3 én 5 én 9 van jaargang 2 uit 2004
  • 4(2002)jan,mei,nov = de afleveringen januari én mei én november van jaargang 4 uit 2002

5. Het liggend streepje [ - ]

Het liggend streepje wordt gebruikt om een overbrugging aan te geven tussen volumes, jaargangen of afleveringen (E1/C1/E2/C2). De aanduiding slaat dan op het vernoemde eerste en laatste nummer en alles wat daartussen ligt. Bij aanduidingen van volumes en jaargangen (E1/C1) wordt een spatie voor en na het liggend streepje geplaatst. Bij aanduiding van een overbrugging tussen afleveringen (E2/C2) worden geen spaties voor of na het liggend streepje geplaatst.

  • 2(2004) - 5(2007) = jaargang 2 tot en met 5 (en dus jaargangen 3 en 4 inbegrepen)
  • 2004/05 - 2007/08 = dubbeljaartallen 2004/05 tot en met 2007/08 (en dus jaargangen 2005/06 en 2006/07 inbegrepen)
  • 2(2004)2-5 = afleveringen 2 tot en met 5 van jaargang 2 (en dus afleveringen 3 en 4 inbegrepen)
  • 2(2004)feb-mei = afleveringen februari tot en met mei van jaargang 2 (en dus afleveringen maart en april inbegrepen)
Ook wanneer er geen jaargang c.q. aflevering 'overbrugd' wordt, maar de vermelde nummers bij elkaar aansluiten, wordt het liggende streepje gebruikt.

  • 1(2016) - 2(2017) in plaats van 1(2016); 2(2017)
  • 2(2004)2-3 in plaats van 2(2004)2,3
Het liggend streepje wordt ook gebruikt om te noteren dat een bezit nog lopend is.

  • 2(2004) - 
Bij complete jaargangen (E1) mag de bezitsnotatie van het lagere niveau E2 worden weggelaten. In onderstaande voorbeelden telt een complete jaargang 4 afleveringen:

  • 1(2016); 2(2017)2,4 en 1(2016)1-4; 2(2017)2,4 zijn evenwaardige notaties
  • 1(2016)3 - 2(2017) en 1(2016)3-4; 2(2017)1-4 en 1(2016)3-4; 2(2017) zijn evenwaardige notaties
  • 1(2016)1 - 2(2017)8 en 1(2016) - 2(2017) en 1(2016)1-4; 2(2017)5-8 zijn evenwaardige notaties

6. De dubbelepunt [ : ]

De dubbelepunt wordt in de formule opgenomen op de plaats van het jaartal wanneer dat niet bestaat/terug te vinden is. Het verbindt dan de aanduiding van het volume (E1) voor de dubbelepunt met de aanduiding van de afleveringen (E2/C2) erna. Dit komt niet zo vaak voor.

  • 1:5-8 = de afleveringen 5 tot en met 8 van jaargang 1

7. De slash of schuine streep [ / ]

De schuine streep wordt voor twee zaken gebruikt. Ten eerste om de notatie van de aanwezige onderdelen te onderscheiden van bijkomende elementen, in de meeste gevallen aanduidingen van ontbrekende onderdelen (cf. infra). Bij dit gebruik wordt voor en na de schuine streep een spatie geplaatst.

  • 1(2006) - 3(2008) / ontbreken: 1(2006)2,11
Ten tweede wordt de schuine streep ook gebruikt om gecombineerde of dubbelnummers, dubbeljaartallen en dubbelvolumes aan te duiden.

  • 4(2007)4/5 = het dubbelnummer (1 fysiek tijdschriftnummer dat 2 afleveringen bevat)
  • 4(2007/08) = de jaargang 4 die loopt van bv. september 2007 tot en met augustus 2008
  • 4/5(2007) = het dubbelvolume 4/5 dat verscheen in het jaar 2007
Bij het noteren van dubbeljaartallen worden voor het tweede jaartal enkel de tientallen en eenheden opgegeven. Enkel wanneer een eeuw- of milleniumwisseling tussen beide jaartallen gebeurt, wordt het volledige tweede jaartal genoteerd. Het komt ook voor dat het bij een dubbeljaartal niet om twee opeenvolgende jaren gaat maar dat er een of meer jaren tussen beide jaartallen vallen. Ook dan wordt deze notatieregel toegepast.

  • 5(2019/20)
  • 11(1899/1900)
  • 4(1934/38

Aanduiden van onvolledigheden

Om in de bezitsnotatie aan de gebruiker duidelijk te maken welke nummers van een tijdschrift ontbreken, kan op twee manieren gewerkt worden:

  • We sommen op wat we hebben (= positieve notatie): we stellen een formule op waarin alle aanwezige nummers worden opgesomd. De ontbrekende nummers worden duidelijk omdat ze als hiaten in de formule te herkennen zijn.
  • We sommen op wat we niet hebben (= negatieve notatie): een korte formule geeft de uitersten van de coverage (begin en einde) aan. Deze wordt gevolgd door een opsomming van de ontbrekende nummers.
Beide methodes hebben voor- en nadelen. In principe wordt de tweede oplossing enkel gebruikt wanneer het aantal ontbrekende afleveringen beperkt is.

Een voorbeeld: van een maandblad bezitten we nummers uit de jaargangen 1(2006) tot en met 3(2008) waarbij het tweede en elfde nummer van jaargang 1 ontbreken, het twaalfde van jaargang 2 en het eerste, elfde en twaalfde van jaargang 3.

  • We sommen op wat we hebben: 1(2006)1,3-10,12; 2(2007)1-11; 3(2008)2-10
  • We sommen op wat we niet hebben: 1(2006) - 3(2008) / ontbreken: 1(2006)2,11; 2(2007)12; 3(2008)1,11-12
Merk op dat de aanduiding van de ontbrekende nummers in de negatieve notatie dezelfde regels volgt als die van de aanwezige nummers.

Voor holdings waarin de coverage niet tot in detail wordt uitgewerkt en de formule dus niet tot op afleveringsniveau aanduidt welke afleveringen wel of niet beschikbaar zijn, kan een verkorte weergave worden gebruikt. Daarbij worden dan enkel het eerste en laatste nummer van de collectie genoteerd, gevolgd door de aanduiding "onvolledig".

  • 2(2010)2 - 5(2013)6 / onvolledig = de collectie bevat beide vermelde afleveringen en een (onbekend) aantal daartussen

Aanduiden van fouten in de nummering

Het komt voor dat bij het uitgeven van tijdschriftnummers fouten worden gemaakt in de nummering en/of tijdsaanduiding. Heel vaak gaat het dan om herhalingen waarbij twee opeenvolgende afleveringen of twee opeenvolgende jaargangen dezelfde aanduiding hebben. In de notatie gaan we deze herhalingen enkel vermelden indien dit noodzakelijk is om een juist beeld te krijgen van het bezit. Soms worden de fouten immers rechtgezet in het volgende nummer/jaargang zodat je over de hele coverage de fout niet opmerkt. Als de fout niet wordt rechtgezet, is het wel vaak om deze in de notatie te verwerken. Aanduidingen die voortkomen uit een nummeringsfout worden voorafgegaan door een asterisk (*). Een aantal voorbeelden:

  • In een tijdschrift met 6 nummers per jaargang wordt het tweede nummer van 27(1995) foutief weer als 1 genummerd. De nummers 3 tot 6 zijn wel weer correct genummerd.
    • Voluit: 27(1995)1,*1,3-6
    • Ingekort: 27(1995)1-6 is beter want beknopte correcte weergave van het bezit.
  • In een tijdschrift met 6 nummers per jaargang wordt het derde nummer van 27(1995) foutief als 2 genummerd. De fout wordt in de volgende nummers niet rechtgezet.
    • Voluit: 27(1995)1-2,*2-5
    • Ingekort: 27(1995)1-5 kan niet want het lijkt alsof er slechts 5 nummers zijn.
  • Na jaargang 27(1995) wordt de volgende jaargang foutief opnieuw als 27 genummerd. Het jaar daarna wordt de fout weer rechtgezet.
    • Voluit: 27(1995); *27(1996); 29(1997) - 31(1999)
    • Ingekort: 27(1995) - 31(1999) is beter want beknopte correcte weergave van het bezit.
  • Na jaargang 27(1995) wordt de volgende jaargang foutief opnieuw als 27 genummerd. Hier wordt de fout nadien niet rechtgezet
    • Voluit: 27(1995); *27(1996); 28(1997) - 30(1999)
    • Ingekort: 27(1995) - 30(1999) kan niet want dan komen de toename van aanduiding E1 en C1 niet overeen.
Een fout die veel minder vaak lijkt voor te komen, is het overslaan waarbij er tussen twee afleveringen een sprong van meer dan 1 wordt gemaakt. Wanneer een dergelijke fout wordt vastgesteld maar tegelijk blijkt dat de jaargang wel degelijk volledig is, hoeft deze afwijking niet vermeld te worden in de formule

  • Een driemaandelijks tijdschrift waarvan de 4 afleveringen van een jaargang 7(2015) genummerd zijn als 1, 3, 4 en 5. 
    • 7(2015)
Een combinatie van een dergelijke fout in de nummering en onvolledigheden, kan tot bijzonder complexe situaties leiden. In dat geval probeer je als catalograaf om de formule zo duidelijk mogelijk te maken. 

Supplementen en indexen

Aanduidingen over beschikbare supplementen bij (de hoofdreeks van) een tijdschrift werden vroeger mee verwerkt in de tag 866. Dit leidt echter in de meeste gevallen tot zwaar overladen en moeilijk leesbare informatie in de publiekscatalogus. Bovendien voorziet het MARC21-model een afzonderlijke holding tag hiervoor: 867. Binnen LIBISnet gebruiken we nu ook bij voorkeur deze nieuwe tag. Informatie over gebruik op de tag info-pagina.

Hetzelfde geldt voor informatie over eventuele indexen die beschikbaar zijn en die het gebruikers dus mogelijk maken om de inhoud van het tijdschrift te doorzoeken. Ook deze informatie werd vroeger verwerkt in tag 866 maar wordt nu bij voorkeur afgezonderd in een specifieke tag, nl. holding tag 868. Ook voor deze tag is een tag info-pagina beschikbaar.

Tag 866 herhalen of niet?

De tag 866 is een herhaalbare tag en in bepaalde gevallen is het noodzakelijk of wenselijk om de coverage-informatie te spreiden over verschillende opeenvolgende tags.

  • Bij titelwijzigingen: wanneer onder één holding de afleveringen zijn samengebracht van een tijdschrift dat in de loop van de tijd één of meerdere keren van titel veranderde, wordt de coverage onder elke titel opgenomen in een afzonderlijke tag 866. De titel die betrekking heeft op dat deel van de coverage wordt dan aangegeven in 866 $$z
    • 866 $$a 40(1997)1,4-10; 41(1998)1-9; 42(1999)1-9; 43(2000)1-9 $$z Het alfabet. Weekblad voor letterkundigen
    • 866 $$a 44(2001)1-6; 45(2002)1-6; 46(2003)1-6; 47(2004)1-6 $$z ABC. Nieuwsblad voor leerkrachten Nederlands
  • Bij aanpassingen/sprongen in de nummering: wanneer de nummering van de jaargangen in de loop van de tijd wordt aangepast (bv. opstarten van een 'nieuwe reeks' waarbij de jaargangen weer bij 1 starten), wordt eveneens een opsplitsing gemaakt in verschillende 866-tags. Ook hier wordt indien nodig subveld 866 $$z gebruikt om te verduidelijken.
    • 866 $$a 1(1886) - 14(1899)
    • 866 $$a 1(1900) - 15(1914) $$z Nouvelle série
  • In functie van duidelijke weergave: in sommige gevallen wordt de weergave bijzonder complex door de vele onvolledigheden. De catalograaf kan zelf beslissen om de informatie dan op een logische manier (bv. 1 tag per jaargang) over verschillende opeenvolgende tags 866 te spreiden.
Wanneer er verschillende tags 866 in een holding worden opgenomen worden deze altijd in chronologisch oplopende volgorde geplaatst. De tag met de gegevens van de oudste onderdelen van het tijdschrift komt dus eerst, de tag met de gegevens van de meest recente nummers sluit af.

Voorbeelden

Hieronder worden in tabelvorm een heel aantal voorbeelden opgelijst van de verschillende combinaties in nummering en tijdsaanduiding. Deze zijn opgedeeld in een aantal rubrieken (lichtblauwe balken in de tabel) en geven telkens de notatie, de 'lezing' en eventuele aandachtspunten (tussen ronde haken).

Formule
Lezing (opmerkingen)
Alleen een aanduiding van een volumenummer of een jaartal (E1 of C1)
1 -
Lopend vanaf volume 1 (spatie voor het streepje)
1 - 10
Volumes 1 t.e.m. 10 (spatie voor en na het streepje)
1; 3 - 5; 10 -
Volumes 1 + 3 t.e.m. 5 + lopend vanaf 10 (spatie na de kommapunt)
2001 -
Lopend vanaf 2001
2001 - 2010
Vanaf 2001 t.e.m. 2010
2001; 2007 - 2010; 2012 -
Afleveringen van 2001 + 2007 t.e.m. 2001 + lopend vanaf 2012
Zowel een volumenummer als een jaartal (er ontbreken geen afleveringen) (E1 - C1)
1(1990) -
Lopend vanaf volume 1 uit 1990
5(1990) - 15(2000)
Vanaf volume 5 uit 1990 t.e.m. volume 15 uit 2000
7(2012); 10(2015)
Volumes 7 uit 2012 + 10 uit 2015
7(2012); 10(2015) -
Volume 7 uit 2012 + lopend vanaf 10 uit 2015
Volumenummers, jaartallen en afleveringen (E1 - C1 - E2)
1(2015)5
Aflevering 5 van volume 1 uit 2015
1(2015)5 -
Lopend vanaf aflevering 5 van volume 1 uit 2015 (enkel gebruiken bij doorlopende nummering)
1(2015)1,5-7,10
Afleveringen 1 + 5 t.e.m.7 + 10 van volume 1 uit 2015
10(2006)1,3/4,7-9,11/12
Aflevering 1 + dubbelaflevering 3/4 + afleveringen 7-9 + dubbelaflevering 11/12 van volume 10 uit 2006
1(2010)5 - 11(2020)348
Alle doorlopend genummerde afleveringen vanaf aflevering 5 van volume 1 uit 2010 t.e.m. aflevering 348 van volume 11 uit 2020
1(2010)5-12; 2(2011) -
Lopend, alle herhalend genummerde afleveringen (maandblad) vanaf aflevering 5 van volume 1 uit 2010
1(2011)2-12; 2(2012) - 5(2015); 6(2016)1-4,6-8
Van dit herhalend genummmerde maandblad hebben we de aflevering 2 t.e.m. 12 van volume 1 uit 2011 + alle aflevering van volumes 2 t.e.m. 5 uit 2012-2015 + de aflevering 1 t.e.m. 4 en 6 t.e.m. 8 van volume 6 uit 2016
(dit mag niet weergegeven worden als 1(2011)2 - 6(2016)4,6-8 omdat er dan verwarring kan ontstaan met doorlopende nummering)
Jaargangen zonder volumenummers maar met aanduiding van afleveringen (C1 - E2)
(2007)1 -
Lopend vanaf aflevering 1 van het jaartal 1987 (enkel gebruiken bij doorlopende nummering)
(2017)1 - (2020)48
Alle aflevering van een maandblad met doorlopende nummering van aflevering 1 uit jaartal 2007 t.e.m. aflevering 48 uit 2020
(2007)3-4; 2008 -
Driemaandelijks tijdschrift met herhalende nummering, we hebben de afleveringen 3 en 4 van jaartal 2007 en lopend en volledig vanaf 2008
(2007)1,5-10
Afleveringen 1 en 5 t.e.m. 10 van het jaartal 2007
Afleveringen met maandnaam of seizoenen ([E1] - C1 - C2)
1(2014)feb
Februari-aflevering van volume 1 uit 2014
1(2014)jan-jun,nov-dec
De afleveringen van januari t.e.m. juni + november + december van volume 1 uit 20414
(2016)zomer
Het zomernummer van jaargang 2016
5(2006)spring,autumn
De lente- en herfstnummers van volume 5 uit 2006
Volumes/jaargangen die over meer dan 1 jaartal gaan
1990/91
Volume gespreid over 1990 en 1991 (bv. tijdschriften die academisch jaar volgen)
2(2015/16) -
Lopend vanaf volume 2 dat over jaartallen 2015 en 2016 is gespreid
Meerdere volumeaanduidingen vóór het jaartal (E1 = E1 - C1)
Année 108 = Tome 54(2007) -
Lopend vanaf jaar 180/volume 54 (spatie voor en na =)
Volumeaanduiding is een jaartal (bij almanakken, kalenders en jaarboeken) (E1 - C1)
1 = 2006(2007) -
Lopend jaarboek vanaf volume 1, met inhoud van/over 2006, verschenen in 2007 (het jaartal tussen de ronde haakjes slaat steeds op het publicatiejaar)
2005(2006)
Het volume 2005, verschenen in 2006
2001/10(2012)
Volume behandelt de periode van 2001 t.e.m. 2010, verschenen in 2012

Documentatie van LIBISnet-partners

Het bovenstaande regelwerk is behoorlijk uitgebreid. Het staat de LIBISnet-partners vrij om dit te volgen of om deze regels als vertrekpunt te gebruiken om eigen documentatie uit te werken. Ook dan is het zeker aan te bevelen om deze documentatie goed uit te werken en neer te schrijven zodat alle collega's binnen de bibliotheek een vast punt hebben om van te vertrekken. Omdat deze documenten ook nuttig kunnen zijn voor andere partners binnen het netwerk, vind je hieronder een lijst van dergelijke afspraken die worden toegepast bij een van de LIBISnet-partners. Partnerinstellingen die hun documentatie op punt hebben staan en dit willen delen, kunnen een elektronische versie bezorgen via helpdesk@libisnet.be.


Colofon

Laatst gewijzigd op 7.02.2022